Rasstandaard:
Schofthoogte:
Reu 46 - 51 cm. Teef 43 - 48 cm
Verschijning:
Het algemeen voorkomen moet dat van een lenige, zeer bekwame werkende hond zijn, die een harde bespiering, gepaard met soepele gewrichten, toont en de capaciteit tot onvermoeibaar werken weergeeft.
Hij mag geen enkel spoor van zwakte tonen.
Aard:
De Kelpie is buitengewoon waakzaam, vurig en hoogst intelligent, met een zachte volgzame aard en een onuitputtelijke energie, trouw en plichtsbesef.
Hij heeft een natuurlijk instinct en aanleg voor het werken met schapen, zowel op het erf als in open land.
Hoofd:
Het hoofd is goed in verhouding met de grootte van de hond.De schedel is licht gewelfd en breed tussen de oren, het voorhoofd loopt geleidelijk over in een geprononceerde stop.
De wangen zijn noch zwaar noch uitstekend maar lopen over in het gezicht dat droog gesneden en afgetekend is.
De snuit, van middelmatige lengte, loopt naar de neus spits toe en is verfijnd in verhouding tot de schedel.
De kleur van de neus correspondeert met die van de vacht.
Het hoofd doet denken aan een vossenkop.
Ogen:
De ogen moeten amandelvormig en middelmatig groot zijn, scherp afgetekend aan de hoeken en een intelligente en vurige uitdrukking hebben.
De kleur van het oog moet bruin zijn, in overeenstemming met de kleur van de vacht.
In het geval van de blauwkleurige honden is een lichter oog toegestaan.
Oren:
De oren staan rechtop en lopen uit in een dunne punt, de huid dun maar sterk aan de basis, naar buiten buigend en aan de randen licht gewelfd en van matige grootte.
De binnenkant van de oren moet goed behaard zijn.
Mond:
Lippen zijn strak en glad.
De tanden moeten gezond, sterk en gelijkmatig geplaatst zijn, de onderste snijtanden juist achter de bovenste geplaatst, maar deze niet rakend (schaargebit).
Hals:
De hals is redelijk lang, sterk, licht gebogen en geleidelijk in de schouders overgaand, zonder keelhuid.
Voorhand:
De schouders moeten welgevormd en gespierd zijn, goed schuin liggend, met dicht bij elkaar staande schouderbladpunten, de opperarm in een lichte hoek met de onderarm, de ellebogen parallel met het lichaam.
De onderarmen moeten gespierd zijn met sterke maar fijne botten, volkomen recht van voren bekeken maar de middenvoeten behoren van opzij gezien een lichte hoeking te tonen.
Lichaam:
De borstkas moet eerder diep dan breed zijn, ribben goede gewelfd (niet tonvormig) met een vaste ruglijn, sterke en goed bespierde lendenen en de flanken behoorlijk diep.
De lengte van de hond van de punt van het borstbeen in rechte lijn tot het zitbeen is groter dan de schofthoogte en wel in de verhouding 10:9
Achterhand:
De achterhand moet breedte en kracht weergeven.
De croupe is behoorlijk lang en schuin liggend, en in gelijke mate als de schouders gehoekt, de knieën goed gebogen, de sprongen tamelijk laag geplaatst en parallel lopend met het lichaam.
Voeten:
De voeten moeten rond zijn, sterk, met dikke kussens en gesloten, goed gewelfde tenen, sterke korte nagels.
Beweging:
Het is van belang dat de Kelpie volkomen in balans is, zowel in bouw als in de gangen.
De gangen zijn stevig, soepel, vrij en onvermoeibaar, met de mogelijkheid om op snelheid plotseling te kunnen wenden en ook om sluipende, onopvallende bewegingen te maken die in het werk gevraagd worden.
Staart:
De staart moet in rust licht gebogen hangen.
Tijdens aktie of opwinding mag hij hoger worden gedragen maar onder geen voorwaarde mag de staart boven een vertikale lijn, getrokken door de aanzet, komen.
In lengte moet de staart ongeveer tot de hakken reiken.
Kleur:
Zwart, black and tan, rood, red and tan, geelbruin (fawn), chocolade bruin en rookkleurig blauw.
Vacht:
De bovenvacht moet matig kort zijn, vlakliggend, sluik en waterbestendig, met een korte dikke ondervacht.
Op het hoofd, de oren, voeten en benen is het haar kort.
De vacht is langer in de hals, waar een redelijke mate van kraag zich manifesteert, en achter aan de dijbenen waar hij een lichte bevedering vormt.
Het haar aan de staart moet voldoende zijn om een borstel te vormen.
Fouten:
Elke neiging tot koehakken, stijve gangen, losse schouders of beperkingen in de beweging, weven of kruisen, is een ernstige fout.
Schofthoogte:
Reu 46 - 51 cm. Teef 43 - 48 cm
Verschijning:
Het algemeen voorkomen moet dat van een lenige, zeer bekwame werkende hond zijn, die een harde bespiering, gepaard met soepele gewrichten, toont en de capaciteit tot onvermoeibaar werken weergeeft.
Hij mag geen enkel spoor van zwakte tonen.
Aard:
De Kelpie is buitengewoon waakzaam, vurig en hoogst intelligent, met een zachte volgzame aard en een onuitputtelijke energie, trouw en plichtsbesef.
Hij heeft een natuurlijk instinct en aanleg voor het werken met schapen, zowel op het erf als in open land.
Hoofd:
Het hoofd is goed in verhouding met de grootte van de hond.De schedel is licht gewelfd en breed tussen de oren, het voorhoofd loopt geleidelijk over in een geprononceerde stop.
De wangen zijn noch zwaar noch uitstekend maar lopen over in het gezicht dat droog gesneden en afgetekend is.
De snuit, van middelmatige lengte, loopt naar de neus spits toe en is verfijnd in verhouding tot de schedel.
De kleur van de neus correspondeert met die van de vacht.
Het hoofd doet denken aan een vossenkop.
Ogen:
De ogen moeten amandelvormig en middelmatig groot zijn, scherp afgetekend aan de hoeken en een intelligente en vurige uitdrukking hebben.
De kleur van het oog moet bruin zijn, in overeenstemming met de kleur van de vacht.
In het geval van de blauwkleurige honden is een lichter oog toegestaan.
Oren:
De oren staan rechtop en lopen uit in een dunne punt, de huid dun maar sterk aan de basis, naar buiten buigend en aan de randen licht gewelfd en van matige grootte.
De binnenkant van de oren moet goed behaard zijn.
Mond:
Lippen zijn strak en glad.
De tanden moeten gezond, sterk en gelijkmatig geplaatst zijn, de onderste snijtanden juist achter de bovenste geplaatst, maar deze niet rakend (schaargebit).
Hals:
De hals is redelijk lang, sterk, licht gebogen en geleidelijk in de schouders overgaand, zonder keelhuid.
Voorhand:
De schouders moeten welgevormd en gespierd zijn, goed schuin liggend, met dicht bij elkaar staande schouderbladpunten, de opperarm in een lichte hoek met de onderarm, de ellebogen parallel met het lichaam.
De onderarmen moeten gespierd zijn met sterke maar fijne botten, volkomen recht van voren bekeken maar de middenvoeten behoren van opzij gezien een lichte hoeking te tonen.
Lichaam:
De borstkas moet eerder diep dan breed zijn, ribben goede gewelfd (niet tonvormig) met een vaste ruglijn, sterke en goed bespierde lendenen en de flanken behoorlijk diep.
De lengte van de hond van de punt van het borstbeen in rechte lijn tot het zitbeen is groter dan de schofthoogte en wel in de verhouding 10:9
Achterhand:
De achterhand moet breedte en kracht weergeven.
De croupe is behoorlijk lang en schuin liggend, en in gelijke mate als de schouders gehoekt, de knieën goed gebogen, de sprongen tamelijk laag geplaatst en parallel lopend met het lichaam.
Voeten:
De voeten moeten rond zijn, sterk, met dikke kussens en gesloten, goed gewelfde tenen, sterke korte nagels.
Beweging:
Het is van belang dat de Kelpie volkomen in balans is, zowel in bouw als in de gangen.
De gangen zijn stevig, soepel, vrij en onvermoeibaar, met de mogelijkheid om op snelheid plotseling te kunnen wenden en ook om sluipende, onopvallende bewegingen te maken die in het werk gevraagd worden.
Staart:
De staart moet in rust licht gebogen hangen.
Tijdens aktie of opwinding mag hij hoger worden gedragen maar onder geen voorwaarde mag de staart boven een vertikale lijn, getrokken door de aanzet, komen.
In lengte moet de staart ongeveer tot de hakken reiken.
Kleur:
Zwart, black and tan, rood, red and tan, geelbruin (fawn), chocolade bruin en rookkleurig blauw.
Vacht:
De bovenvacht moet matig kort zijn, vlakliggend, sluik en waterbestendig, met een korte dikke ondervacht.
Op het hoofd, de oren, voeten en benen is het haar kort.
De vacht is langer in de hals, waar een redelijke mate van kraag zich manifesteert, en achter aan de dijbenen waar hij een lichte bevedering vormt.
Het haar aan de staart moet voldoende zijn om een borstel te vormen.
Fouten:
Elke neiging tot koehakken, stijve gangen, losse schouders of beperkingen in de beweging, weven of kruisen, is een ernstige fout.